Refrein:
Als ik op de Mookerhei sta
kijk ik even naar benee
dan zie ik Kuulengat daar
Noord-Limburgse entree
ja, dan word ik warm van binnen
ik ben trots, wat dacht je wat
er is geen mooier plekske
dan Kuulengat mijn gat
dan Kuulengat mijn gat

We hebben in ons dorpje
een leuke tennishal
en ook nog een manege
met paarden in de stal
dan heb je nog de skibaan
die is voor groot en klein
en wil je lekker joggen
moet je in de bossen zijn

De as van heel ons dorpje
is het gemeenschapshuis
wie kent er niet de 'Wieken'
eenieder is daar thuis
wanneer het carnaval is
het feest van lol en gein
dan willen allen Kuulengatters
in de 'Wieken' zijn.

Dit jaar is Hans de eerste
de Prins van Kuulengat
en gaan we met z'n allen
natuurlijk weer op pad
dan zingen we tot 's morgens
al worden we ook schor
Carnaval in Kuulengat
met Hans dat zit wel snor